Je wilt niet dat je kind later een assertiviteitstraining nodig heeft. En je wilt dat je kind naar je luistert als je 's ochtends het huis uit wilt. De balans tussen ruimte geven en beslissingen nemen voor je kind hoeft niet het een of het ander te zijn. Een voorbeeld waarin een kind 's ochtends niet lijkt mee te werken om zich op tijd klaar te maken voor school, geeft ons een uitgelezen kans om het raamwerk van jouw gezin te bepalen. Het kind in ons voorbeeld eet misschien niet snel genoeg, heeft nog steeds veel hulp nodig bij het aankleden en begint te huilen als de tanden gepoetst moeten worden. Tegen de tijd dat je de deur uit bent, ben je twee keer uitgevallen en heeft je kind één meltdown gehad. En de dag is net begonnen. Waar begin je? Het raamwerk is het feit dat het kind moet eten, aangekleed moet zijn en de tanden moet poetsen. Welke keuzes heeft het kind binnen dit raamwerk? In hoeverre heeft je kind inspraak in wat hij als ontbijt krijgt? In hoeverre heeft je kind inspraak in hoeveel hij eet? In hoeverre heeft je kind inspraak in wat hij gaat dragen? In hoeverre heeft je kind inspraak in welke volgorde de noodzakelijke dingen gebeuren? Betrek je kind waar mogelijk binnen jouw raamwerk bij de besluitvorming. Beweeg met je kind mee en je kind beweegt met jou mee.
Take 1 Tijd om te gaan Ouder: “Kom op, eet sneller! We komen weer te laat! Je hebt je tanden nog niet gepoetst!” Kind: "Ik ben aan het eten!" Ouder: “Niet praten, kauwen!”
Take 2 Tijd om te gaan De avond ervoor: Ouder: (denkend) Oké, we gaan het morgen anders doen. Ik zal hem vanavond vragen zijn kleren voor school uit te zoeken en op te hangen. Dan zal ik nu zijn ontbijt met hem maken, dus dat is klaar en hij hoeft het alleen maar op te eten, wat waarschijnlijker is omdat hij geholpen heeft met het klaarmaken Hmm, misschien moet ik vragen waarom hij zo'n hekel heeft aan tandenpoetsen. “Hé, ik zou graag willen kijken of onze ochtenden wat vlotter kunnen en ik wilde je vragen om mee te denken." Kind: "Ok." Ouder: “Ik heb hier een kleerhanger, je kunt je kleren voor morgen nu ophangen, dat scheelt ons wat tijd. Als je klaar bent met het uitzoeken en ophangen van je kleren, wil ik graag samen je ontbijt alvast maken.' Kind: “Ok. Maar ik weet niet wat ik morgen wil eten.” Ouder: “Laten we dat bespreken als je klaar bent met je kleren.” In de keuken Ouder: "We weten dat je 's ochtends geen brood lust, wat wil je dan?" Kind: “Ja, dan moet ik zoveel kauwen als ik net wakker ben! Mag ik cornflakes met melk proberen?” Ouder: “Tuurlijk, wat kunnen we nu al doen om dat bakje morgen snel klaar te hebben?” Kind: “Nog geen melk, doorweekte cornflakes zijn vies. Ik zet een schaal met cornflakes in de koelkast, naast de melk.” Ouder: “Oke, zet het maar klaar.” Kind: “En dan?” Ouder: “Ik denk dat het een goed idee is om over tandenpoetsen te praten.” Kind: “Moet dat?” Ouder: “Nou, wat maakt dat je er zo’n hekel aan hebt?” Kind: “Het is de vieze smaak na het ontbijten en het gevoel dat het mijn tanden geeft.” Ouder: “Wat kunnen we doen om het tandenpoetsen minder erg te maken, want je moet het toch doen.” Kind: “Mag ik mijn tanden poetsen voor het ontbijt?” Ouder: “Laten we eens kijken hoe dat werkt. Ben je klaar voor morgen?" Kind: “Ja, ik heb er echt zin in!” Ik help graag bij het ontwerpen van het kader voor jouw gezin en het verbeteren van jullie gezinsleven. Neem contact met mij op en boek je sessie!
Opmerkingen